Ondernemingsraad
Net als de vorige jaren kijkt de OR ook eind 2017 terug op een prettige en vruchtbare samenwerking met het bestuur.
Tot de belangrijke onderwerpen die in de overlegvergaderingen in de eerste helft van het jaar aan de orde kwamen, horen ongetwijfeld de toekomst van de organisatie, de merkenstrategie en de opzet en implementatie van de zogenaamde integrale contentstrategie. Met regelmaat is de OR door het bestuur bijgepraat zodat deze ‘aangesloten blijft’ en het helder wordt welke koers het bestuur wil varen (en waarom). Deze koers wordt, zonder dat er sprake is van formele advies- of instemmingsaanvragen, door de OR onderschreven.
In de eerste helft van het jaar voerde de OR ook, met het oog op de in mei geplande verkiezingen, gesprekken met een groot aantal collega’s uit alle afdelingen. Enthousiaste kandidaten vinden die voldoende tijd kunnen vrij maken, blijft bij elke verkiezing een behoorlijke opgave, maar er wordt met grote tevredenheid gekeken naar de uiteindelijke kandidatenlijst die dertien namen telt. Bij de installatie van de nieuwe, negen leden tellende, OR benadrukten bestuur en OR het grote belang dat wordt gehecht aan transparantie. Het bestuur sloot, eind juni, ook aan bij een tweedaagse OR-training om van gedachten te wisselen over de onderwerpen die de komende periode belangrijk zijn en om te onderzoeken of ook een gezamenlijke agenda kan worden opgesteld. Tot de thema’s die de nieuwe OR belangrijk vindt horen onder meer: de implementatie van de integrale content strategie, de toekomst van de publieke omroep, de verhouding tussen de NPO en BNNVARA, het intekenproces en de gevolgen van het kort cyclisch programmeren en – uiteraard – de directe belangen van de medewerkers (waarbij met name wordt gedacht aan het formatie- en personeelsbeleid).
Onderwerpen die, al dan niet los van deze thema’s, in de loop van het jaar aan de orde kwamen zijn onder meer de salarissen van presentatoren (n.a.v. een aantal krantenpublicaties), de BNNVARA Academy (waar en hoe kan de opleiding van nieuw talent verder worden verbeterd), het diversiteitsbeleid en het opleidingsprogramma, de uitkomsten van de eerste BNNVARA-barometer (waarbij is gepeild hoe medewerkers denken over het bedrijf en hun werk) en het formatiebeleid (waarbij de OR instemt met een verdeling van 60% vaste dienstverbanden versus 40% tijdelijke dienstverbanden).
In juli maakte de nieuwe OR kennis met de twee vertrouwenspersonen en is de OR geïnformeerd over hun taken en verantwoordelijkheden. Later in het jaar vond ook nog een vertrouwelijk overleg plaats met de Arboarts.
Thema’s die vervolgens in de tweede helft van het jaar aan bod kwamen zijn onder andere de nieuwe Arbowet die per 1 juli van kracht werd, de kans op teruglopende STER-inkomsten en de gevolgen daarvan en het nut of de noodzaak van een specifiek beleid gericht op oudere werknemers (een ‘duurzaam personeelsbeleid’). Als gevolg van het verschuiven van de pensioendatum moet een aanzienlijk aantal collega’s langer werken dan ze een aantal jaar geleden hadden gedacht. De OR heeft met het bestuur afgesproken dat hij in kaart wil brengen wat dit voor de medewerkers van 55 jaar en ouder betekent. Er wordt geïnventariseerd welke wensen bij hen leven ten aanzien van hun nog arbeidzame jaren. De resultaten daarvan, gekoppeld aan een beleidsvoorstel vanuit de OR, volgen begin 2018.