Ondernemingsraad
2018 werd voor de ondernemingsraad onverwacht een enerverend jaar. Kort nadat Algemeen Directeur Gerard Timmer zijn vertrek aankondigde, liet ook Zakelijk Directeur Marc Adriani weten het bedrijf te verlaten en maakte Mediadirecteur Robert Kievit duidelijk terug te willen keren naar de afdeling Drama waarvan hij eerder Hoofd was.
Een en ander leidde tot de aanstelling van een interim-bestuur en (uiteraard) tot de zoektocht naar een nieuwe directie waarbij de OR, in de persoon van voorzitter Johan Reijnen, actief betrokken was als lid van de sollicitatiecommissie.
Voorafgaand aan de sollicitatieprocedure werd door de OR (een positief) advies uitgebracht m.b.t. terugbrengen van het driekoppig bestuur naar een bestuur bestaande uit twee leden. Ook m.b.t. de oprichting van een drama-unit onder leiding van een hoofdredacteur/producent werd door de OR positief geadviseerd.
Door de OR is gedurende het hele traject met regelmaat overlegd met de voorzitter van de Raad van Toezicht en ook met een groot aantal medewerkers is van gedachten gewisseld over het gewenste profiel van de nieuwe bestuurders. In het spoor van dat alles volgde, kort na het aantreden van het nieuwe bestuur op 1 november, een nieuwe adviesaanvraag die betrekking had op de herinrichting van het management
Naast dat alles ging (ook in COR-verband ) veel aandacht naar de (mogelijke) gevolgen van fors teruglopende budgetten in 2019 als gevolg van tegenvallende STER-inkomsten, naar de implementatie van de integrale contentstrategie (ICS), naar de aanpassing van de BNNVARA ‘Mediagedragscode’ en zijn uitvoerige gesprekken gevoerd met medewerkers van 55 jaar en ouder over hun verwachtingen van het bedrijf.
Andere belangrijke agendapunten waren de online-strategie van de NPO en de gevolgen daarvan voor de omroepen, de vergoeding van het woon-werkverkeer, het vacaturebeleid, de toekomst van BNNVARA en het Formatiebeleid . Ook stemde de OR in met de ‘Privacyverklaring BNNVARA’ (die aangeeft hoe het bedrijf omgaat met de persoonsgegevens van de medewerkers), met de ‘Procedure melding van een vermoeden van een misstand’ en met de ‘Klachtenregeling ongewenste omgangsvormen’. Door de OR voorgestelde aanpassingen van het OR-reglement (met betrekking op de inrichting van de verkiezingsperiode) werden door het bestuur geaccordeerd.